En daarna dacht ik niet meer zoveel

Zondagochtend 9 december 08:49 uur, 13 minuten na zonsopgang

Vanochtend om 7 uur dacht ik: potdorie wie bedenkt dit!
Daarna dacht ik – waarom bedacht ik dit toch. En daarna dacht ik niet meer zoveel, totdat ik door die mooie stroken rafelwildernis bij Mariahoeve liep en al snel geen last meer had van die druppels die af en toe vielen. Niet zo hard lopen! riep natuurgids Geert me na. En we bleven staan, en bespraken met elkaar de molen, de polder toen en nu, de ontwikkeling van het landschap. De rust zorgde er voor dat we steeds beter gingen kijken.

We waren Geert van Poelgeest van het Haags Milieucentrum, schrijver/poëziedocent Ineke Riem en ik. Voor mij was er geen reden om mee te gaan anders dan dat ik dat graag wilde. Helaas lieten andere gegadigden het afweten. Opstaan op winterochtenden kan zo lastig zijn, en er was beroerd weer voorspeld.

Dat de rafelranden van de stad verband houden met de natuur kwam onder meer ter sprake naar aanleiding van een bijenonderzoek – bijzondere wilde bijen die waargenomen  zijn in een tuin langs het spoor. Maar ook passeerde datzelfde in een gedicht van Ida Gerhardt Lof van het onkruid,  en werd het zichtbaar in de tuinen – die tussen de twee spoorlijnen – die afgebroken worden. En wie weet –  misschien komt dat ook wel weer terug in de een gedicht van Ineke naar aanleiding van deze wandeling.

Ik wil even de prachtige kastanjeboom noemen die we op de Carel Reinierszkade zagen: een wilde kastanje die zichtbaar op een andere onderstam geënt is, ooit lang geleden. Alsof hij een rokje draagt, zo toont de donkerdere onderstam zich!
En dan eindig ik dit keer met een vraag: wie herkent onderstaande boom?

 

 

Gedichten schrijven bij zonsopgang

Hoe veel plezier ik ook beleef aan het schrijven van dit blog, het vorige bericht is al van meer dan een maand geleden. Ik had meer te vertellen dan kon in de tijd die ik tot mijn beschikking had, en daardoor vertelde ik niets.

Ik wilde schrijven over de volle dag poëzieles op het Haags Montesori Lyceum, over de geweldige sfeer daar, de gedichten-in-wording, en over een bijzonder gesprek met een leerling uit 4 vwo. In mijn hoofd was het verhaal bijna klaar, ik hoefde alleen nog een passend gedicht uit te zoeken.

Ik wilde schrijven over de activiteit met drie Haagse Kerken, het Kersthuis. Schrijven over de betekenis en de waarde van kerst en het vieren daarvan.  Zes keer achter elkaar zat ik met een nieuwe groep om tafel, en verrasten we ons allen met elkaar. Agnost die ik ben geloof ik zomaar dat mijn beleving van Kerstmis veranderd is door het avontuur dat ik met deze mensen méé ben ingegaan.

Maar in de weg zat MBMB 02: Mariahoeve Binnen Mariahoeve Buiten Tweede editie.
In MBMB nodigt Huis van Gedichten wijkbewoners uit te schrijven over hun leefomgeving. Onze laatste nieuwsbrief gaat over dit project, en hier op deze plek kom ik er binnenkort op terug. Nu wil ik even aandacht besteden aan twee dingen:

1. Donderdagochtend 29 november is onze eerste (gratis) zonsopgangwandeling, samen met het Haags Milieucentrum – een gegidste wandeling door de parknatuur van en rond Mariahoeve, met natuurgids en poëziedocent. Leuk, als u meegaat!
Startpunt en precieze tijdstip hoort u na aanmelding (op 070-737002 of bij info@huisvangedichten.nl), we eindigen in Bibliotheek Haagse Hout met koffie en warmte. Misschien heeft u daar nog zin om van notities een gedicht te maken.

2. Het gedicht de dieren zijn gelukkig van Gilles Boeuf, in 2011 geschreven op ons verzoek, is te lezen helemaal aan het einde van dit bericht. Woensdag 28 november wordt er bij ons drukwerk afgeleverd, met ook andere gedichten van Gilles, en informatie over MBMB 02. Daarna gaat MBM 02 op volle toeren draaien.

De dieren zijn gelukkig

 voor de honden, vogels, konijnen en schapen van Mariahoeve

Lager dan hen in onze vierkante huizen,
zijn wij van de wereld
die zij doorschrijden,
te gast bij de vogels

Terwijl de konijnen de straten
beter kennen dan wij,
in hoekige bochten beminnen
zij alle struiken

Koninkrijk Marlot
is intiem met iedere hond
Rennen zij steeds hun einde in
terwijl ze schuin naar ons kijken

We bewonen waar zij leven
de brede straten en vele bomen
markeren ons lopen
statig als de ooievaars

maar de schapen kijken ons zachtmoedig
aan

 

 

 

De regen viel en viel en viel

Het was niet druk op de Verwendag voor Haagse vrijwilligers, afgelopen weekend in het Diamanttheater. De regen viel en viel en viel, en ruim de helft van de aanmelders besloot  toe te geven aan het vallen van die regen en bleef thuis. Maar toen de deelnemers aanschoven bij de workshop Gedichten schrijven scheen de zon met onbekommerde lichtheid.

Op de uitnodiging stond Gedichten schrijven over je vrijwilligerswerk. En aangezien geen van de deelnemers ervaren was daarin gaf de poëziedocent een startvraag: Aan welke tafels neem je eigenlijk plaats. En daarna volgden andere vragen:  Zijn dat altijd dezelfde tafels? Welke tafel & welk moment aan die tafel was bijzonder? Elke deelnemer koos een tafel en de belevenissen rondom die tafel werden uitgangspunt voor een gedicht.

En via die tafels eindigden we de dag wederom met water. Vrijwilliger Hennie die aan de tafel van Huis van Gedichten aanschoof roeit vele dagen per week. Dat doet ze onder meer, als maatje, in gezelschap van iemand die lijdt aan de ziekte van Alzheimer. Het roeien doet diegene goed – in alle opzichten. De beweging, de buitenlucht, het gezelschap, het water. Hennie zegt daarover: Ik ben  trots op haar en mezelf, dat ze heeft leren roeien en er vooral zoveel plezier in heeft. Daarom eindig ik met het  gedicht over de tafel bij de roeivereniging, door Hennie Klein:

Veel kopjes
scootmobiel

harmonie met elkaar
fijne sfeer

voor of na sportief bezig-zijn
gelachen en veel gepraat

geur van koffie

roeien, roeien, roeien

Oneigenlijk gebruik van de bidstoel

In dit stukje ga ik even terug naar mei, naar een workshop in het programma De Beeklaan Bruist. Ondertitel van het festival handelde over veilig en schoon op straat, maar een paar dagen voor de workshop vond de overval en moord op juwelier Ruud Stratmann plaats.

En daar zat de poëziedocent aan tafel in de Regenvalk. Het was vrij leeg. De workshop was bedoeld voor jongeren, maar de aanwezigen die op twee handen te tellen waren waren van alle leeftijden. Iedereen schoof bij elkaar aan dezelfde tafel, schoof aan bij dezelfde activiteit. Eerst met z’n allen gedichten schrijven, daarna samen aan mozaïek werken.

Het was een enigszins bedrukt gezelschap. Praten over wat er gebeurd was wilden mensen niet, maar – het was onmiskenbaar  aanwezig. De saamhorigheid was groot, ondanks enige langlopende ergernis tussen vaste bezoekers. En aan het einde van de middag was er een mapje gedichten geschreven, uitgetypt en geprint. Vanwege de nare omstandigheid werd een presentatie vooruitgeschoven.

En onlangs was het dan zo ver: gedurende een feest in de wijk werd fotografie, mozaïek en poëzie uit mei alsnog aan de wijk getoond, in en rond de Agneskerk. Een oriënterend bezoek aan de kerk moest ideeën opleveren over plekken om de gedichten te plaatsen. Alle muren hingen vol. Maar: daar stonden ze, prachtig strak op een rij, opgeklapte bidstoelen. Steuntjes waar van oudsher knieën rusten en daarboven de onderkant van de zitting die eigenlijk een mooi gevormde houten lijst is – natuurlijk moesten daar de gedichten komen.  Malou Osendarp van Maloudesign maakte het af: open typografie,  heldere vormgeving, en posters die precies in het binnenkader van de bidstoelenlijst passen. De kniesteunen droegen voor één dag kleurige platen met gedichten uit de wijk die regelmatig met aandacht werden gelezen.

Jammer genoeg konden we de gedichten wél plaatsen, maar de expositie niet bijwonen. Wie weet krijgen we nog foto’s uit de wijk – dan kunnen we er daar nog enkelen van tonen. Bij gebrek aan foto’s van de expositie eindig ik met een tweede poëzieposter:

 

In alle winkels water

Afgelopen voorjaar ontwierpen we een aantal lessen op verzoek van de Haagse stichting Kosmopolis. Die lessen waren voor Het Haags Kinderkabinet, een programma voor kinderen binnen school rondom de Turkse Dag voor de kinderen. Wat zouden kinderen veranderen, anders doen, als zij de baas waren – dat was de kernvraag.

Huis van Gedichten zorgde in Het Kinderkabinet voor de poëzie, maar kinderen maakt ook strips, raps, filmden, kortom Kosmopolis ontwikkelde een mooi en veelzijdige programma.  Reden om dit programma hier nu nog te noemen: exposities met kinderwerk toeren deze zomer door de stad. Ik kan alleen maar aanraden: ga kijken. Het programma dat zelfs doorloopt tot in oktober staat op de website van het Haags Kinderkabinet

En tot slot nog een gedicht. Jamie schrijft:

In alle winkels water
40 graden geen school in de buurt
en op de plaats van de school
vind ik duizenden euro’s.
Allemaal geld daar droom ik van.

De aquariums lichtblauw
paarse en roze vissen
dat zijn cadeautjes voor mij
dan ben ik blij.

Maar vraag er niet teveel over
want anders ga ik blozen.

 

Straatwoorden

Ik verzamel straatwoorden. Woorden die ik vind: op een muur (Leiden, Parijs), een stoeptegel of trottoirband (Den Haag), een vuilniswagen (Rotterdam), of op een straatlantaarn (De Panne). Vooral in mijn hoofd groeit de collectie. En omdat ik een slechte fotograaf ben is de collectie in mijn hoofd de mooiste – daar herinner ik me de ontdekking, het lezen, de stad, de sfeer, of het regende of niet, of het zomer was of stormachtige herfst.

Ik herinner me de tramhaltes in Istanbul  – wachten op de tram middenin het gedicht Ik luister naar Istanbul met mijn ogen dicht van de dichter Orhan Veli. Ik herinner me metrostation Wien Mitte als bouwput,  volgeschreven met onleesbaar gemaakte gedichten. Ik herinner me de expositie in Transvaal (Den Haag) met panelen op muren in een sloopstraat en poëzieposters achter bijna alle winkelruiten in de Kempstraat – werk van kinderen. En in mijn bureaula ligt een broodzak – in gebruik langs de hele Belgische kust een zomer lang, broodzak met gedicht.

Uit al die steden, strandplaatsjes, achterafhoekjes en A-locaties vormt zich in mijn hoofd een beeld. Een beeld van een eigen Haagse vorm van poëzie in het straatbeeld verweven. Nieuwsgierig ? Het plan staat online, en je kunt er op stemmen. Leiden heeft gedichten op muren, Rotterdam in de metro en op vuilniswagens – en Den Haag heeft een route, verweven door de stad: mij lijkt dat een mooie profilering. Mee eens? Stem je dan even?