Ik wil het niet zien

Ik wil het niet zien, maar het moet is de titel van de traagste film die ik tot zover ooit zag. Hij gaat over het werk van de schilder Co Westerik en is geschoten op 35 mm film. Producent René Mendel van het Amsterdamse bedrijf Interakt stelde de vier dikke rollen film beschikbaar voor een poëzieproject met het Haagse Lyceum Ypenburg, en de operateurs van Filmhuis Lumen in Delft vonden het een feestje om weer eens een 35 mm film te mogen vertonen.

Ik wil het niet zien, maar het moet rekt de kijktijd voor schilderijen. Zeventien seconden is de gemiddelde kijkduur van een museumbezoeker. Reken er maar op dat de tijd van middelbare scholieren daaronder zit.

De leerlingen vonden het zwaar,  langdurig naar steeds weer nieuwe schilderijen te moeten kijken. Toch hoorde ik ze lachen, de adem inhouden, en op andere wijze reageren op wat er passeerde. En het is ook wel ongewoon dat er schilderijen passeren met namen als “Snijden aan gras”, en je ziet gras met een vinger die bloedt, en dan volgen er nog vijf schilderijen die daar op variëren.

Een van de leerlingen schaamde zich dat ze had durven lachen om schilderijen, en ze bood achteraf haar excuses daar voor aan. Dat ik werkelijk vond dat je om kunst óók mag lachen was een onverwacht perspectief voor haar.

Wat voor de leerlingen alles goed maakte was het verdere verloop van het project – film kijken, de straat op met een waarnemingsopdracht, en heel veel geschets in woorden. Na twee dagen bleken alle leerlingen verrassende gedichten te hebben staan. Beelden uit de schilderijen raakten vermengd met straatbeelden, herinneringen, verlangens, dromen, en alledaagse gedachten.

Waartoe dit leidde: daarover later meer. Voor mij is de les: het mag best, leerlingen enigszins ontregelen met de traagste film die ze misschien wel ooit zullen zien. Als het maar klopt in het totale programma.

 

 

Mijn jas blijft alvast achter

De deur naar de activiteitenruimte staat open als ik de gang van de woongroep Turkuaz doorloop. Ik glip naar binnen, en zie alle beloofde materialen liggen in een kamer die klaar is voor de start. Mijn jas blijft alvast achter.

In  de eetkamer is nog niet iedereen zover. Na een snelle groet richting keuken loop ik naar een bewoonster en vraag: zal ik u dáárheen rijden? Ze knikt.
Eigenlijk wil ze naar de lift, maar daar ga ik niet heen. Ze gaat akkoord met de activiteitenkamer en kiest haar plek.

Langzaam maar zeker rijdt het vol. Meneer met de rollater, mevrouw die me na onze eerdere uitgebreide kennismaking met grote hartelijkheid begroet. Meneer die traag maar stevig op eigen benen voortgaat kiest bedachtzaam zijn plaats. Er is weinig ruimte rondom de tafels voor al die grote stoelen. Sevda van Turkuaz & ik bevestigen elkaar dat we later  opnieuw naar de indeling van de ruimte zullen kijken.

De eerste vrijwilliger komt binnen, en we maken kennis. Papier, potloden & kleurpotloden liggen in de aanslag en de verzamelbundel met Turkse poëzie in twee talen wordt gretig ter hand genomen.  Na alle voorbereidende, omtrekkende, schetsende, dromende bewegingen is het zo ver: voor de allereerste keer vindt er in Turkuaz een gedichtenworkshop plaats. Gedurende de rest van het jaar is elke donderdagochtend gereserveerd voor gedichten – lezen, luisteren, maken, vormgeven, in het GedichtenAtelier van Florence!