‘Opgroeien in een taalarme omgeving betekent leven in een wereld met een gebrek aan woorden of gebrek aan vertrouwen in woorden die gebruikt worden in de buitenwereld. Een kind dat zich niet zeker voelt in het gebruiken van taal vindt het moeilijk om ervaringen en belevingen te formuleren, kan niet als vanzelfsprekend de wereld bevragen, of vertellen welke interessante en belangrijke en saaie en onbegrijpelijke zaken er gebeurden in de buitenwereld.’
Dat openbreken, daarin kan poëzie schrijven, lezen en presenteren grote betekenis hebben.
Trees Steeghs, in het essay Poëzie als tussenruimte